Karate is een enorm breed iets. Het is de synthese van krijgskunsten uit verschillende culturen, die in de laatste honderd jaar evolueerde en veranderde naar de vraag van de markt. In eerste instantie werd Karate gepromoot als een goede manier om de fysieke gezondheid van de Japanse jeugd te verbeteren. Het was daarmee ook de 'opvulling' voor de gaten die in het gemoderniseerde arsenaal van Judo, Ju-jutsu, Aikido en Kendo waren gevallen. Daarnaast werd het ook snel een filosofisch en vormend pakket om japanse jongeren niet enkel sport maar ook gedragsregels en omgangsvormen aan te leren. Tijdens de bezetting van Japan door de geallieerde strijdskrachten, werd karate een wedstrijdsport. Dit moest voorkomen dat westerse sporten een te grote invloed zouden krijgen op de japanse jeugd, en door het sportelement uit te bouwen moest het tegelijkertijd de traditionelere, op oorlog en strijd gerichte benadering van het karate naar de achtergrond verdringen. De eerste 30 jaar van het bestaan van het karate zijn dus getekend door een reeks van ingrijpende veranderingen en evoluties. Dit kalmeerde in de jaren na de tweede wereldoorlog en het karate zoals we het vandaag de dag kennen is toen ontstaan. Van alle voorgenoemde facetten blijft vandaag de dag 'iets' in het karate over en dat alles wordt angstvallig bewaard. Het totaalpakket is een traditie geworden en nieuwe inzichten, ontwikkelingen of ontdekkingen worden niet meteen met open armen ontvangen.
Het team van Ookami Dojo besloot van bij het begin dat vernieuwen en innoveren bij Ookami Dojo wél mogelijk zou zijn. De wereld is veel veranderd sinds de jaren '60 en op alle vlakken kennen we enorme groei en ontwikkeling. Om het karate te helpen groeien, moeten we dus ook binnen onze sport open staan voor nieuwe ontwikkelingen en inzichten. We hebben een enorme weg afgelegd op vlak van pedagogie, coaching en training en ook in het karate moeten we daarmee aan de slag durven gaan.